De geschiedenis van Bahá'u'lláh in de vorige eeuw speelt zich af in het Perzische en het toenmalige Ottomaanse rijk. De talen die in deze gebieden gebruikt werden zijn Perzisch (Farsi), Arabisch en Turks. Hoewel deze talen ieder een verschillende oorsprong hebben bedienden ze zich in die tijd alle drie van het Arabische schrift. Onder het bewind van Atatürk (1881-1938), de stichter van de huidige republiek Turkije, is de weergave van het Turks veranderd naar het Latijnse schrift.
De behoefte aan een systeem van transliteratie die deze verandering met zich mee bracht, komt ook naar voren bij het in ons schrift weergeven van Perzische en Arabische namen. Op het congres van vooraanstaande oriëntalisten dat in 1894 te Genève werd gehouden, is een systeem van transliteratie (of transcriptie) ontworpen en afgesproken, dat elke klank en letter weergeeft in het Latijnse schrift. Hierbij komen letteraanduidingen voor die, zeker in het Nederlands, niet gebruikelijk zijn. Bijvoorbeeld: d (d met een punt eronder, niet zichtbaar in deze electronische versie) (uitspraak "z"), kh (uitspraak "g"), ú (uitspraak "oe"), u (uitspraak "oh"), í (uitspraak "ie") en i (uitspraak "èh").
Een dergelijk systeem heeft als grote voordeel dat een in ons schrift geschreven Perzisch of Arabisch woord, eenduidig teruggezet kan worden naar het Arabische schrift.
In de boeken op deze website is gekozen voor het bovenvermelde systeem van transliteratie. Dit geldt voor alle voorkomende namen in de hoofdtekst en de noten. In een aantal boeken is echter een uitzondering gemaakt voor de namen die in het Nederlands reeds gangbaar zijn. Dit zijn de volgende namen:
Baghdad (i.p.v. Baghdád)Mohammed (i.p.v. Muhammad) (met bovendien een punt onder de h, niet zichtbaar in deze electronische -versie)
Teheran (i.p.v. Tihrán) (met bovendien een punt onder de T, niet zichtbaar in deze electronische -versie)
Echter daar waar de naam Mohammed deel uitmaakt van een lange persoonsnaam, zoals in de naam Siyyid Muh.ammad Is.fahání, is gekozen voor de exactere vorm.
Er zijn vier letters die in deze electronische versie vereenvoudigd worden weergegeven. Dat zijn de d, h, s en z met een punt eronder, weergegeven met als een gewone d, h, s en z.
© 1992, 1998 Stichting Bahá'í Literatuur, Den Haag