De Bahá'í Wereldgemeenschap die het zevende jaar van het Negen Jaren Plan ingaat, heeft ruimschoots aangetoond dat zij met de hoogst mogelijke toewijding en offervaardigheid verbazingwekkende overwinningen heeft kunnen behalen voor het wereldverlossende, wereldgenezende en wereldverenigende Geloof.
2 Deze Ridvan heten wij elf nieuwe Nationale Geestelijke Raden van harte welkom: in Afrika worden er nu zeven gevormd, in Azië twee, en in Australazië twee, waarmee het aantal steunpilaren van het Universele Huis van Gerechtigheid tot vierennegentig is gestegen.
3 In bewogenheid zwaaien wij de Handen van de Zaak Gods onze warme lof toe voor hun voortreffelijke diensten: vol vuur baanden zij over de gehele wereld nieuwe onderrichtwegen en in alle werelddelen stonden zij zowel de Raden als de vrienden persoonlijk met raad en daad bij.
4 Teneinde het prachtige werk van de bekwame en toegewijde Continentale Colleges van Raadgevers en hun Hulpraden daadwerkelijk te versterken en, gezien de behoeften van een zich ontplooiende wereldgemeenschap, kondigen wij de uitbreiding aan van deze levenskrachtige Instelling door de benoeming van nog eens drie Raadgevers, en wel: Iray Ayman voor West-Azië, Annelies Bopp en Betty Reed voor Europa. Tevens verlenen wij machtiging tot de aanstelling van vijfenveertig extra Hulpraden, en wel: negen voor Afrika, zestien voor Azië, twee voor Australazië en achttien voor het westelijk halfrond.
5 Wij roepen op tot de vorming van vier nieuwe Nationale Geestelijke Raden met Ridvan 1971, en wel: Lesotho, met als zetel Maseru; Mali en Opper Volta (Ivoorkust) met als zetel: Abidjan; Trinidad en Tobago met als zetel Port of Spain; de Solomon eilanden met als zetel Honiara.
6 Het Negen Jaren Plan onderscheidde zich reeds door grote successen op pionier- en proclamatiegebied, erkenning van het Geloof, het geleidelijk toestromen van jongeren, het verkrijgen van grond e.a. eigendommen, een aanvang met de bouw van de Panama Tempel en uitbreiding van het Wereldcentrum.
7 Het is echter van groot belang zich nu allereerst te concentreren op de dringende noodzaak van een toename van het aantal plaatsen waar Bahá'ís wonen en van het aantal Plaatselijke Geestelijke Raden, evenals het innemen van nog openstaande pioniersposten. Vorig jaar Ridvan werd een oproep gedaan voor op zijn minst zevenhonderddrieendertig pioniers. Er zijn nog vierhonderdzevenennegentig aangewezen posten onbezet. Voor een volledige zege zijn méér pioniers, méér fondsen en méér nieuwe gelovigen nodig.
8 Aan de Handen van de Zaak, de Raadgevers, de Leden van de Hulpraden, de Nationale en Plaatselijke Geestelijke Raden en aan iedere individuele volgeling van Bahá'u'lláh wordt gevraagd zich tot het uiterste in te spannen in de resterende jaren van het Negen Jaren Plan. Het bereiken van deze fase in het goddelijk Plan van de Meester zal onze gemeenschap in staat stellen om, middels haar bestuursorganen, aan de volgende fase te beginnen ter beantwoording aan het verheven doel van Bahá'u'lláh's Openbaring: "de eenwording van de mensheid en de vestiging van het lang beloofde Koninkrijk Gods op deze aarde".
Weest verzekerd van onze vurige gebeden aan de Heilige Graftomben.
HET UNIVERSELE HUIS VAN GERECHTIGHEID