Bij de afsluiting van het derde jaar van het Negen Jaren Plan erkennen wij met een hart vol dank de blijken van Goddelijke gunst, waarmee Bahá'u'lláh onverflauwd de toegewijde inspanningen van Zijn dienaren overal ter wereld ondersteunt en bevestigt, en zonder aarzelen spreken wij het vertrouwen uit dat de gemeenschap van de Grootste Naam door haar vastberadenheid en offervaardige inspanningen, de volledige overwinning kan en zal behalen.
2 Verleden jaar werd een oproep gedaan tot de vorming in 1967 van elf nieuwe Nationale Geestelijke Raden. Alle zullen tijdens de periode van Ridvan worden gekozen. Wij verwelkomen met grote vreugde de Nationale Geestelijke Raden van de Bahá'ís van Algerië en Tunesië met als zetel Algiers; de Republiek Kameroen met als zetel Victoria; Swaziland, Lesotho en Mozambique met als zetel Mbabane; Zambia met als zetel Lusaka; Belize met als zetel Belize; de Benedenwindse, Bovenwindse en Virgin eilanden met als zetel Charlotte Amalie; Oost en Zuid-Arabië met als zetel Bahrayn; Laos met als zetel Vientiane; Sikkim met als zetel Gangtok; Taiwan met als zetel Taipeh; de Gilbert en Ellice eilanden met als zetel Tarawa.
3 Op elke Nationale Conventie zal het Wereldcentrum van het Geloof worden vertegenwoordigd door een Hand van de Zaak van God, die een boodschap van het Universele Huis van Gerechtigheid zal aanbieden ter verwelkoming van de nieuwe nationale Gemeenschap, en die tevens haar aandeel in de doelstellingen van het Negen Jaren Plan zal bekendmaken.
4 Deze Ridvan zullen eenentachtig van de 108 Nationale Geestelijke Raden en meer dan zesduizend van de 13.737 Plaatselijke Geestelijke Raden, tegen 1973 vereist, zijn gevormd; 28.217 van de vereiste 54.102 plaatsen, waar Bahá'ís verblijf houden, zijn bezet; voor vijftien van de vijfenzestig Nationale Raden is rechtsgeldigheid verkregen; verworven zijn: zeventien van de 52 Nationale Hazíratu'l Quds, zeven van de 62 Tempelgronden, dertien van de 54 Nationale grondbezittingen, veertien van de 32 Onderrichtinstellingen; wat wettelijke erkenning betreft zijn 123 van de 973 Plaatselijke Raden, voorzien in het Plan, daarin geslaagd; verkregen Plaatselijke Hazíratu'l Quds: 24 in India, 17 in Kenya, 9 in Uganda, 2 in Zuid Afrika, 2 in Turkije en een aantal in Kongo (Kinshasa), terwijl er land is verkregen voor nog eens 8 Hazíratu'l Quds in Kenya, voor 4 in Kameroen, 2 in Pakistan en 1 in Mauritius; in acht landen zijn Plaatselijke bezittingen verkregen naast die, voorzien in het Plan.
5 IJsland, Korea, Liberia, Luxemburg en Rhodesië erkennen nu het Bahá'í huwelijkscontract; de Dominicaanse Republiek, Guyana, Hawaï, IJsland, Italië, Kenya en Luxemburg erkennen de Bahá'í Heilige Dagen. Een Zomerschool is ingesteld in Liberia, en één, die niet in het Plan was opgenomen, in Canada, terwijl voor dit doel land is aangekocht in Argentinië, Ethiopië en Samoa. Vijfentwintig nieuwe talen zijn toegevoegd aan de lijst van talen waarin Bahá'í boeken verkrijgbaar zijn, wat het totale aantal brengt op 397. Het aantal gebieden, dat geopend is voor het Geloof is gestegen tot 311, daarbij inbegrepen de tot voor kort onbetreden gebieden van de Chilcé archipel, Bonaire, de Phoenix eilanden en St. Maarten, en twee gebieden meer dan in het Plan genoemd worden, nl. het eiland Melville in Australazië en Montserrat in de Bovenwindse eilanden.
6 Na langdurige tegenwerking heeft de Nationale Geestelijke Raad van Perzië tenslotte het historische fort Chihríq in haar bezit weten te krijgen, de sombere en afgelegen citadel die de laatste aardse verblijfplaats was van de gezegende Báb, van waaruit Hij naar Zijn martelaarschap in Tabríz werd gevoerd.
7 Een prachtige overwinning betekent de verwezenlijking van de lang nagestreefde erkenning van het Geloof in Italië, die niet alleen de wettelijke erkenning van de Nationale Geestelijke Raad tot gevolg heeft gehad, maar ook die van alle Plaatselijke Geestelijke Raden in Italië, en de bevoegdheid tot het oprichten van een Publikatie Stichting van de Nationale Raad. In IJsland is het Geloof officieel erkend als één der godsdiensten van het eiland. Dit betekent niet alleen de erkenning als rechtspersoon van de Plaatselijke Geestelijke Raad van Reykjavik, maar geeft tevens de voorzitter van die Raad het recht Bahá'í huwelijken te sluiten en Bahá'í begrafenissen te leiden, ontheft het Geloof van bepaalde belastingen, staat de inachtneming van Bahá'í Heilige Dagen toe en maakt de weg vrij voor de erkenning als rechtspersoon van de Nationale Geestelijke Raad van dat land, zodra die gevormd zal worden.
8 Het volledige aantal Plaatselijke Geestelijke Raden, Groepen en Plaatsen, voorzien in het Plan, is bereikt in 53 gebiedsdelen en eilanden onder de leiding van zesentwintig Nationale Geestelijke Raden; vijf gebieden hebben het vereiste aantal Plaatselijke Geestelijke Raden gevormd en zeven hebben het vereiste aantal vestigingsplaatsen.
9 Sinds de oproep van een jaar geleden is de instelling van internationale reizende onderrichters, die zich over de vijf continenten uitstrekt en bijna alle nationale gemeenschappen omvat, ter hand genomen. In Europa zijn 78 projecten voltooid, in Amerika 43, in Azië 27, in Australazië 25, wat opgeteld bij die in Afrika het totale aantal op ongeveer 200 brengt. Wij hopen zeer dat deze stimulerende aktiviteit, die de geliefde Meester zo na aan het hart lag, voortdurend zal worden uitgebreid.
10 Al deze zichtbare resultaten worden gedragen door een voortdurende werkzaamheid in de gebieden van onderricht en bestuur een ononderbroken beweging, als, de eindeloze deining van de zee, binnen de Bahá'í gemeenschap, welke de werkelijke oorzaak is van de groei. Nationale en Plaatselijke Geestelijke Raden die tegenover moeilijke problemen staan, nieuwe plannen ontwerpen, en de verantwoordelijkheid op zich nemen voor een gemeenschap groeiend in aantal en bewustzijn; Comité's die zich inspannen gestelde doelen te verwerkelijken; Bahá'í Jongeren in hun enthousiaste en toegewijde werkzaamheid, individuele Bahá'ís en families die zich voor het Geloof inzetten door het uitdragen van de Verkondiging, door het houden van firesides, al deze trouwe diensten trekken de bekrachtiging van Bahá'u'lláh aan.
11 Hoe meer zij worden ondersteund door gebeden en diepe toewijding en hoe omvangrijker zij worden, des te meer maken zij in de wereld een geestelijke kracht vrij, waar geen "aardse macht zich tegen verzetten kan en die uiteindelijk de volledige triomf van de Zaak teweeg zal brengen. Het is deze organische levenskracht van het Geloof, zo duidelijk voelbaar in het Wereldcentrum, en waarvan we iedere gelovige de uitbundige blijdschap willen laten meevoelen.
12 In het Wereldcentrum van het Geloof wordt verder gewerkt aan de codificatie van de Kitáb i Aqdas en aan de collationering (vergelijken van afschriften met de oorspronkelijke tekst) van andere belangrijke Teksten. Het werk met betrekking tot de hoogst belangrijke taak van het opstellen der Grondwet van het Universele Huis van Gerechtigheid bevindt zich in een vergevorderd stadium. De aanleg en uitbreiding van de tuinen rondom de heilige Graftomben in Haifa en Bahjí wordt voortgezet. De publicatie van "The Bahá'í World", deel XIII is ter hand genomen; dit boek omvat negen jaren, van 1954 tot 1963, bijna de gehele periode van de Tien Jaren Kruistocht, en bevat tevens een uitgebreid artikel over de geliefde Behoeder door Amatu'l Bahá Rúhíyyih Khánum. Een planmatige ontwikkeling van de betrekkingen met de Verenigde Naties wordt metterdaad nagestreefd. Een belangrijk aanvullend resultaat betekent de oprichting van een Internationaal Bahá'í Audio visueel Centrum, dat tot taak heeft alle Nationale Geestelijke Raden te voorzien van hulpmiddelen op het gebied van onderricht en verdieping, en dat bovendien audio visueel documentatiemateriaal verzamelt en registreert.
13 Het gehele jaar door heeft de dienstbaarheid van de geliefde Handen van de Zaak met een nimmer falend licht gestraald. Hun voortdurend bemoedigen van Nationale Geestelijke Raden en van gelovigen waar ook ter wereld om de doelstellingen van het Plan na te streven en een dieper inzicht te krijgen in de ware betekenis van Bahá'u'lláh's Openbaring, draagt in niet geringe mate bij tot de vorderingen van dit Plan en zal voorzeker een blijvende uitwerking hebben op de ontwikkeling van de Bahá'í gemeenschap. Deze enkele dappere en toegewijde gelovigen, wier plaats in de geschiedenis krachtens hun benoeming tot deze hoge post voor altijd is verzekerd, vormen inderdaad een kostbare erfenis ons door de geliefde Behoeder nagelaten. Met het verstrijken der jaren zijn de eerbied en het respect hun verschuldigd op grond van hun verheven rang, groter geworden, door de liefde en bewondering die hun trouwe diensten bij de vrienden hebben opgewekt.
14 Ter voorziening in speciale behoeften zijn in het afgelopen jaar twee Handen overgeplaatst: Hand van de Zaak John Robarts keerde met een speciale opdracht naar zijn geboorteland Canada in het Westelijk halfrond terug, en Hand van de Zaak William Sears ging terug naar Afrika. Verder zijn wij verheugd te kunnen meedelen dat Hand van de Zaak Tarazu'lláh Samandarí, wiens ogen werden gezegend door het aanschouwen van Bahá'u'lláh, het Universele Huis van Gerechtigheid op de Inter-Continentale Conferentie in Chicago zal vertegenwoordigen, ter vervanging van wijlen Hand van de Zaak Leroy Ioas.
15 Op internationaal gebied is een begin gemaakt met het grote bouwproject van de Panama Tempel door de keuze van een ontwerp van de hand van de heer Peter Tillotson, een Engels architect. De heer Robert McLaughlin, voormalig lid van de Nationale Geestelijke Raad van de Verenigde Staten en rustend Dean van de bouwkundige faculteit van de Princeton Universiteit, destijds lid van de Technische Adviesraad voor de constructie van het interieur van de Moeder Tempel van het Westen in Wilmette, is nu benoemd tot bouwkundig adviseur van het Universele Huis van Gerechtigheid voor de bouw van de Tempel. Hij en de heer Tillotson hebben gezamenlijk het bouwterrein bezocht en werken nauw samen.
16 Binnenkort zullen afbeeldingen en tekeningen van de nieuwe Tempel worden gepubliceerd, en de vrienden zullen op de hoogte worden gehouden van de vorderingen van de bouw van dit Huis van Aanbidding "gelegen tussen de twee grote oceanen", een ligging waarvan 'Abdu'l Bahá aangaf dat zij zeer belangrijk zou worden in de toekomst, en van waaruit de Leringen, eenmaal gevestigd, "Oost en West, Noord en Zuid zullen verenigen."
17 De schitterende pioniersprestatie van het tweede jaar van het Plan begint heilzame resultaten op te leveren, maar nog bestaat er in alle delen van de wereld dringend behoefte aan pioniers voor de consolidatie en de ontwikkeling van het Geloof, zowel in de nieuwgewonnen gebieden als in de gebieden die hersteld moesten worden tijdens de eerste jaren van het Plan. In zevenentachtig gebieden, genoemd op bijgevoegde lijst, is een directe behoefte aan 209 pioniers, en een dringende oproep wordt nu gedaan voor een spoedige verwezenlijking van deze taak. De weg is open voor iedere gelovige zich in te zetten op dit hoogst verdienstelijk terrein, en al degenen die zich geroepen voelen gehoor te geven aan deze speciale oproep, wordt verzocht de genoemde lijst te raadplegen en hun aanbod te doen aan de eigen Nationale Geestelijke Raad. Aan de betreffende Nationale Geestelijke Raden en Comité's voor Pioniers zijn volledige bijzonderheden gezonden over de vereisten voor ieder afzonderlijk gebied.
18 De voortdurende behoefte aan pioniers, evenals de naderende wereldomvattende proclamatie maken het noodzakelijk op ieder continent speciale aandacht te schenken aan de thuisfronten, want die vormen de bronnen van mankracht en bestuurservaring, de hechte grondslagen waarop alle uitbreiding, zowel thuis als ver weg, moet rusten. De thuisfronten moeten zorgen voor de grootst mogelijke toename van het aantal Plaatselijke Geestelijke Raden, Groepen en individuele gelovigen, en deze taken moeten krachtig ter hand worden genomen. Enkele Nationale Geestelijke Raden hebben deze belangrijke doelstellingen ingedeeld in jaarlijks te verwezenlijken taken, om zo een systematische en soepele benadering van het vereiste aantal te waarborgen. Een dergelijke stelselmatige en vastberaden uitvoering van de doelstellingen van het thuisfront wordt ten zeerste aanbevolen.
19 De dringende en steeds groeiende noden van het Bahá'í Fonds worden onder de aandacht van alle gelovigen gebracht. Grote projecten zijn al in uitvoering of liggen voor de boeg, en voor hun verwezenlijking is zeer veel geld nodig. De Panama Tempel pas de eerste van de twee waarin het Negen Jaren Plan voorziet de verfraaiing en uitbreiding van het Wereld Centrum zelf, waaronder begrepen is een noodzakelijke en onvermijdelijke uitbreiding van faciliteiten ter voorziening in de groeiende behoeften van het Geloof; ondersteuning van het vitale onderrichtprogramma in vele delen van de wereld; oprichting en ontwikkeling van nieuwe Nationale Geestelijke Raden dit alles heeft dringend de steun nodig van alle vrienden door middel van voortdurende en opofferende geldelijke bijdragen.
20 Naarmate de inflatie zich over de hele wereld uitbreidt worden de daaruit voortkomende hogere kosten van levensonderhoud in evenwicht gebracht tenminste in de rijkere landen door een overeenkomstige toename van het persoonlijk inkomen. De uitgaven van het Bahá'í Fonds worden onvermijdelijk en op ernstige wijze aangetast door deze inflatoire toestand, die alleen kan worden verlicht door financiële bijdragen in grotere hoeveelheden en van een groter aantal contribuanten beide. Het Huis van Gerechtigheid meent dat aan de financiële noden van het Geloof zou moeten worden tegemoetgekomen door een alomvattende deelneming aan bijdragen, en zij dringt er bij de Nationale en Plaatselijke Geestelijke Raden op aan dit doel met kracht en verbeeldingsvermogen na te streven, waarbij zij de vrienden het pleidooi van de geliefde Behoeder tot iedere gelovige in herinnering moeten brengen: "om zonder aarzelen, overeenkomstig ieders omstandigheden, zijn deel op het altaar van Bahá'í opoffering neer te leggen." Het feit dat alleen wij, de Bahá'í's, financieel kunnen bijdragen aan het Geloof is voor ons zowel een eerbewijs als een uitdaging.
21 Bij het naderen van de derde fase van het Negen Jaren Plan openen zich voor onze blik zulke boeiende vooruitzichten en mogelijkheden dat het hart van iedere vurige volgeling van Bahá'u'lláh van vreugde trilt. Meer dan een eeuw hebben wij gezwoegd om het Geloof te onderrichten; werden heroïsche offers gebracht en ontzaglijk grote inspanningen verricht om de voorposten van het Geloof te kunnen vestigen in de voornaamste landen, gebiedsdelen en eilanden der aarde, en het Bestuurstelsel over de gehele planeet te kunnen opbouwen. Maar het Geloof van Bahá'u'lláh is tot nu toe bij de meerderheid der mensen onbekend gebleven. Nu wordt eindelijk en ten lange leste op de wereldomvattende gemeenschap van de Grootste Naam een beroep gedaan om, op wereldniveau en in iedere laag van de samenleving, een aanhoudende en intensieve verkondiging te brengen van de heilzame boodschap van de komst van de Beloofde en van het doel van Zijn Openbaring: de eenheid en het welzijn van het menselijk ras.
22 Deze lang aanhoudende campagne, die oktober aanstaande een aanvang neemt met de honderdjarige herdenking van het klinken van de "openingstonen" van Bahá'u'lláh's eigen verkondiging, en die gedurende het verloop van de rest van het Negen Jaren Plan met volle kracht wordt voortgezet, kan zeer wel de eerste stoot geven, gevolgd door een onafgebroken reeks andere plannen totdat de mensheid haar Verlosser en haar Heer heeft erkend en dankbaar begroet.
23 Honderd jaar geleden heeft Bahá'u'lláh Zelf zich tot de koningen, heersers, godsdienstige leiders en volkeren der aarde gericht. Het Universele Huis van Gerechtigheid meent dat het tot haar dure plicht behoort die Boodschap onder de aandacht van de huidige leiders van de wereld te brengen. Het zal hen derhalve in boekvorm de essentie van Bahá'u'lláh's verkondiging aanbieden. Onder de titel "De Verkondiging van Bahá'u'lláh" zal tijdens de inleiding van de proclamatieperiode een speciale druk worden aangeboden aan de staatshoofden, en een algemene uitgave in het Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans voor vrienden beschikbaar zijn.
24 De Handen van de Zaak van God, Amatu'l Bahá Rúhíyyih Khánum, Ugo Giachery, Tarazu'lláh Samandarí, 'Ali Akbar Furútan, Paul Haney, Abú'l-Qásim Faizí, die het Universele Huis van Gerechtigheid zullen vertegenwoordigen bij de Intercontinentale Conferenties, te houden in oktober in respectievelijk Panama, Sidney, Chicago, Kampala, Frankfurt en New Delhi, zullen in september, enkele dagen voor het Feest van Wil in het Wereldcentrum samenkomen. De leden van het Huis van Gerechtigheid zullen samen met genoemde Handen de zegen afsmeken bij de Graftombe van Bahá'u'lláh in Bahjí, en met hen gezamenlijk beraadslagen in de Villa. Vanuit deze Heilige Plaats zullen de genoemde Handen van de Zaak ten behoeve van de gehele Bahá'í Wereld een speciale pelgrimstocht maken naar Adrianopel, waar de Súriy i Mulúk werd geopenbaard. Op 27 september, honderd jaar na de historische gebeurtenis die zij herdenken, zullen zij samenkomen in het Huis van Bahá'u'lláh om te bidden en te mediteren, terwijl de leden van het Universele Huis van Gerechtigheid tezelfdertijd in de Heiligste Graftombe te Bahjí deze herdenking zullen houden en zullen bidden voor het welslagen van de Conferenties en het Proclamatie programma. Vanaf de Conferenties tot Ridvan 1968 zal de gehele Bahá'í Wereld de honderdjarige herdenking vieren van het begin van die schitterende periode in de Geschiedenis der mensheid toen de wolken van milddadigheid hun schatten overvloedig op de mensen deden neerregenen en de poorten van het Koninkrijk wijd werden geopend om voor allen die ogen hadden om te zien een nieuwe hemel en een nieuwe aarde te onthullen, en het nieuwe Jeruzalem nederdalende van God.
25 Onmiddellijk na het Feest van Wil zullen de Handen van de Zaak vanuit Adrianopel naar hun Conferenties reizen. Elk van hen brengt een kostbaar pand mee, in de vorm van een foto van de Gezegende Schoonheid. Degenen die de Conferenties bijwonen zullen het voorrecht hebben deze foto te zien. Ieder van deze onderscheiden Handen zal uit eigen naam de Conferentie die hij bijwoont, toespreken en tevens voor iedere Conferentie een boodschap meebrengen als vertegenwoordiger van het Universele Huis van Gerechtigheid.
26 Deze zes Conferenties, bijeengeroepen om het begin van Bahá'u'lláh's eigen Proclamatie te herdenken en een proclamatie periode van Zijn boodschap door de gehele gemeenschap van Zijn volgelingen in te luiden, zullen ongetwijfeld wederom de geest van vreugde ademen, die dergelijke bijeenkomsten kenmerkt, en de vrienden versterken in hun vastbeslotenheid om alle mogelijke middelen en gelegenheden aan te grijpen ter verkondiging van de Goddelijke roep. Vereerd met de aanwezigheid van de Handen van de Zaak, zullen deze Conferenties, brandpunten van de liefde en de gebeden van de vrienden van overal en magneten voor het aantrekken van de geestelijke krachten, die als enigen in staat zijn hun uitwerking te verzekeren, naar wij vol vertrouwen hopen, krachtige bronnen zijn van eenheid, geestelijk enthousiasme en realistische planning. Op de Nationale Geestelijke Raden is een beroep gedaan hun vertegenwoordiging op de Conferentie in eigen werelddeel te waarborgen, zodat zij hun plannen voor de proclamatie kunnen uitwisselen met de andere Nationale Geestelijke Raden, en de resterende doelstellingen van het Negen Jaren Plan met hen kunnen bespreken.
27 Wij zenden een speciale boodschap van liefde en bemoediging naar alle vrienden in de vele landen, die in wisselende mate hebben te lijden onder beperkingen en onderdrukking, die hen geheel en al of gedeeltelijk beletten openbare herdenkingen en daarop aansluitende proclamatie programma's te organiseren. Hun brengen wij de liefde en bewondering over van hun medegelovigen, die, dankbaar voor hun grotere vrijheid, vastbesloten zijn om de verkondiging van de Goddelijke Boodschap op dusdanige wijze wereldkundig te maken, dat dit weleens de weg zou kunnen bereiden voor de uiteindelijke algehele vrijmaking van het Geloof.
28 Wereldomvattende verkondiging de onbekende zee waarop wij weldra moeten zeilen zal aan ons werk een nieuwe dimensie toevoegen, een dimensie die, naarmate zij zich uitbreidt, het tweevoudige proces van ontplooiing en consolidatie zal aanvullen en versterken. Dit samenstel van onderrichtwerkzaamheden, dat zich zo snel na de voltooiing van de opbouw van het Bestuurstelsel aftekent, kan een goed middel zijn om het vitale consolidatiewerk te bevorderen en de kennis omtrent onderricht vergaard in honderd jaar, doeltreffender toe te passen, des te meer sinds de geliefde Behoeder ons opriep tot een systematischer en georganiseerde werkwijze.
29 Daarom moet deze werkwijze in die landen waar vrijheid van godsdienst is, een onderdeel van het regelmatige werk worden, opgenomen in de begrotingen, aan Nationale en Plaatselijke Comité's voorgelegd ter bestudering en uitvoering en bovenal gecoördineerd worden met de lopende programma's voor de verwerkelijking van de doelstellingen van het Negen Jaren Plan. Iedere proclamatie activiteit moet worden ondersteund door onderricht, vooral op plaatselijk niveau, waar openbare aankondigingen samen moeten gaan met een dergelijke activiteit. Deze coördinatie is essentieel, want niets zou ontmoedigender zijn dan dat duizenden van het Geloof zouden horen en zich nergens om verdere inlichtingen zouden kunnen wenden.
30 De geliefde Behoeder schreef: "Het streven naar een doeltreffender begrip van de betekenis van Bahá'u'lláh's verwonderlijke Openbaring moet naar mijn vaste overtuiging de voornaamste plicht blijven vormen van elk van haar trouwe aanhangers, en het doelwit van hun voortdurende inspanning"; een verklaring die iedere gelovige de plicht tot verdieping in het Geloof met kracht oplegt. Daarom willen wij liever de aard van het verdiepen toelichten, dan de wenselijkheid ervan.
31 Een uitgebreide en nauwkeurige kennis van de huidige structuur van het Bahá'í Bestuur, of van de Bijwetten van Nationale en Plaatselijke Geestelijke Raden, of van de vele en afwisselende toepassingen van de Bahá'í Wetgeving onder de verschillende omstandigheden, die in de wereld bestaan, kunnen, hoewel waardevol op zichzelf, niet worden gerekend tot het soort kennis, dat in de eerste plaats met verdiepen wordt bedoeld. Veeleer wordt een duidelijker begrip gevraagd van het doel van God met de mens, en in het bijzonder Zijn onmiddellijk doel, zoals dat door Bahá'u'lláh is geopenbaard en aangegeven een doel dat zo ver als maar mogelijk is verwijderd ligt van de gangbare opvattingen omtrent het menselijk welzijn en geluk.
32 Wij moeten voortdurend op onze hoede zijn dat de oogverblindende schone schijn van een welvarende samenleving ons niet tot de gedachte brengt, dat zulke oppervlakkige aanpassingen aan de moderne wereld, zoals die door humanistische bewegingen worden gezien of openlijk worden verkondigd als beleid van een verlicht staatsmanschap zoals uitbreiding van de voordelen van een hoge levensstandaard, opvoeding, medische zorg en technische kennis onder alle leden van het menselijk ras op zichzelf de glorierijke zending van Bahá'u'lláh in vervulling zullen doen gaan. Verre van dat.
33 Dit zijn de dingen, die ons bovendien geschonken zullen worden als wij eerst het Koninkrijk van God zoeken, en vormen niet op zich de doeleinden waarvoor de Báb Zijn leven gaf, waarvoor Bahá'u'lláh zulk een lijdensweg had te gaan als geen mens vóór Hem, en waarvoor de Meester en na Hem de Behoeder hun beproevingen en bezoekingen met bovenmenselijke kracht droegen. Hun inzicht, dat doordrong tot de werkelijke bedoeling van het menselijke leven, ging oneindig veel dieper. In dit verband kunnen wij niet beter doen dan bepaalde onderwerpen, die Shoghi Effendi behandelt in zijn scherpzinnige uiteenzetting "Het Doel van een Nieuwe Wereldorde" onder de aandacht van de vrienden te brengen.
34 "Het principe van de eenheid der mensheid", schrijft hij, "houdt een organische verandering in van de samenstelling van de huidige maatschappij, een verandering zoals de wereld nog niet ondergaan heeft." Verwijzend de naar de " ... baanbrekende veranderingen, die de grootste mijlpalen zijn in de geschiedenis van de menselijke beschaving", verklaart hij dat "... zij alleen dan vanuit hun juiste perspectief gezien kunnen worden, wanneer zij beschouwd worden als aanpassingen van ondergeschikt belang, die de gedaanteverwisseling van ongeëvenaarde majesteit en omvang aankondigen, die de mensheid in dit tijdperk zal moeten ondergaan." In een later geschrift zinspeelt hij op de door Bahá'u'lláh te vestigen beschaving als "... van een levensvolheid, zoals de wereld nooit heeft gezien, en die zij zich vooralsnog niet kan voorstellen."
35 Zeer geliefde Vrienden. Dit is de grondgedachte die wij moeten volgen in onze pogingen tot verdieping van ons Geloof. Wat is Bahá'u'lláh's bedoeling met het menselijk ras? Met welk oogmerk onderwierp Hij Zich aan de ontzettende wreedheden en beledigingen, waarmee Hij werd overladen? Wat bedoelt Hij met "een nieuw mensenras"? Wat zijn de diepgaande veranderingen die Hij teweeg zal brengen? De antwoorden zijn te vinden in de Heilige Geschriften van ons Geloof en in de uitleg ervan door 'Abdu'l-Bahá en onze geliefde Behoeder. Laten de vrienden zich onderdompelen in deze oceaan, laten zij regelmatig studieklassen organiseren voor de aanhoudende beschouwing ervan, en laten zij, ter versterking van hun inspanning, gewetensvol denken aan de verplichting van het dagelijks gebed en het dagelijks lezen van het Woord van God, die Bahá'u'lláh aan alle Bahá'í's heeft voorgeschreven.
36 Een dergelijk toegewijd streven van de zijde van alle vrienden om zich te verdiepen in de Zaak wordt een noodzaak bij de afkondiging van het proclamatie programma. Naarmate dit resultaten gaat afwerpen zal steeds meer aandacht worden geschonken aan de aanspraken van Bahá'u'lláh en moet op tegenstand worden gerekend. "Hoe groot, hoe enorm groot is de Zaak!" schreef de Meester. "Hoe heftig de aanvallen van al de volken en geslachten der aarde. Eerlang zal het getier van de massa in Afrika, in Amerika, het geschreeuw van de Europeaan en de Turk, het gekreun van India en China van heinde en ver worden gehoord. Allen tezamen zullen zij opstaan om zich met al hun macht tegen Zijn Zaak te verzetten. Dan zullen de strijders van de Heer, bijgestaan door Zijn gunst uit den hoge, gesterkt door geloof, geholpen door de kracht van het verstand, en gesteund door de legioenen van het Verbond, opstaan en de waarheid van het vers: "Aanschouw de verwarring die de stammen der verslagenen getroffen heeft!"
37 Gedachtig aan de talloze blijken van Goddelijke liefde, die in onze Geschriften worden gevonden, en in het bewustzijn van de bijzondere aard van de crisis waar de mensheid voor komt te staan, roepen wij de vrienden op tot een hernieuwd besef van de zeer grote dingen, die van ons worden verwacht in deze Dag. Wij brengen ter herinnering dat de Gezegende Schoonheid, Bahá'u'lláh, evenals Zijn "Meest Geliefde" voor Hem en 'Abdu'l-Bahá na Hem Hun lijden in deze wereld hebben gedragen opdat de mensheid zou worden bevrijd van de ketenen der materie en "tot ware vrijheid komen", "voorspoedig zou gedijen", "blijvende vreugde en zou smaken en met blijdschap worden vervuld". Wij bidden dat de inspanningen van de vrienden het middel moge zijn voor de spoedige komst van deze glorie en dit hemelse geluk.
[w.g.] Het Universele Huis van Gerechtigheid.Lijst van 87 gebieden waarvoor 209 pioniers nodig zijn:
N.B. : In deze lijst zijn niet opgenomen de 29 gebieden, waar vestiging afhangt van gunstige omstandigheden, en het getal van 209 pioniers houdt 25 projecten in, die hun voltooiing al naderen.
AFRIKA (35)