Een wereldomvattende ethiek voor duurzame ontwikkeling
een verklaring van Bahá'í International CommunityIn de geest van Agenda 21, dat als "een dynamisch programma" bestemd is om "door de tijd heen te evolueren in het licht van veranderende noden en omstandigheden", biedt de B.I.C. het volgende voorstel aan: Teneinde de mensen van de wereld te inspireren om op te komen voor duurzame ontwikkeling, zouden de scholingsprogramma's en de bewustwordingscampagnes die Agenda 21 voorstaat, het concept van Wereldburgerschap moeten cultiveren.
De Visie van WereldburgerschapDe grootste uitdaging die de aandacht eist van de wereldgemeenschap bij het ingang zetten van het toepassen van Agenda 21 is het vrijmaken van de voor duurzame ontwikkeling benodigde enorme financiële, technische, menselijke en morele middelen. Deze middelen zullen slechts vrijgemaakt worden naarmate de volkeren van de wereld een diep geworteld gevoel van verantwoordelijkheid voor het lot van de planeet en voor het welzijn van de gehele menselijke familie ontwikkelen.
Dit verantwoordelijkheidsgevoel kan alleen voortkomen uit het aanvaarden van de eenheid van de mensheid en zal alleen gedragen worden door een verenigende visie van een vreedzame, voorspoedige wereldgemeenschap. Zonder zo'n wereldomvattende ethiek zullen mensen niet in staat zijn om actieve en constructieve deelnemers aan het wereldwijde proces van duurzame ontwikkeling te worden.
Hoewel Agenda 21 een onmisbaar raamwerk van wetenschappelijke kennis en technische know-how voor de implementatie van duurzame ontwikkeling verschaft, inspireert het geen persoonlijke betrokkenheid bij een wereldomvattende ethiek. Dit wil niet zeggen dat waarden en normen tijdens de Verenigde Naties Conferentie over Milieu en Ontwikkeling (UNCED) genegeerd zijn. De roep voor de verenigende waarden was gedurende dit proces te horen van Staatshoofden tot VN-functionarissen tot vertegenwoordigers van Niet-Overheidsinstellingen (NGO's) en individuele burgers. In het bijzonder werden de concepten van "eenheid in verscheidenheid", "wereldburgerschap" en "ons gemeenschappelijk menszijn" ingeroepen om als ethische ondersteuning voor Agenda 21 en de Rio Verklaring te dienen.
De wereldgemeenschap is hierdoor al tot een basisovereenkomst gekomen over de noodzaak voor een wereldomvattende ethiek om Agenda 21 te bezielen. Wij stellen voor dat de term wereldburgerschap wordt aangenomen om het stelsel van principes, waarden, houdingen en gedrag te omvatten dat de mensen van de wereld moeten omarmen teneinde duurzame ontwikkeling te verwerkelijken.
Wereldburgerschap begint met het aanvaarden van de eenheid van de menselijke familie en de onderlinge verbondenheid van de naties van "de aarde, ons thuis". Het moedigt een gezonde en gerechtvaardigde vaderlandsliefde aan, en dringt tegelijkertijd aan op een ruimere loyaliteit, op een liefde voor de mensheid als geheel. Het impliceert echter niet het verlaten van gerechtvaardigde loyaliteiten, het onderdrukken van culturele verscheidenheid, het afschaffen van nationale autonomie of het opleggen van uniformiteit. Zijn motto is "eenheid in verscheidenheid". Wereldburgerschap omvat de beginselen van sociale en economische rechtvaardigheid, zowel binnen als tussen landen; het conflictvrij nemen van beslissingen in alle lagen van de samenleving; gelijkwaardigheid van man en vrouw; goede verstandhoudingen tussen ras, etnische afkomst, nationaliteit en religie en de bereidheid om offers te brengen voor het algehele welzijn. Andere facetten van wereldburgerschap -die alle de menselijke eer en waardigheid, begrip, vriendschap, samenwerking, betrouwbaarheid, medeleven en een wens tot dienstbaarheid aanmoedigen- kunnen uit het hierboven reeds vermelde worden afgeleid. Een aantal van deze beginselen zijn vermeld in Agenda 21 -de meeste zijn echter opvallend afwezig. Bovendien is er geen overkoepelend, conceptueel raamwerk gegeven waaronder deze waarden geharmoniseerd en uitgedragen kunnen worden.
Het aanmoedigen van wereldburgerschap biedt een praktische strategie voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling. Zolang verdeeldheid, antagonisme en provincialisme de sociale, politieke en economische betrekkingen binnen en tussen de naties kenmerken, kan een wereldwijd duurzaam patroon van ontwikkeling niet gevestigd worden. Meer dan een eeuw geleden waarschuwde Bahá'u'lláh dat "het welzijn der mensheid, haar vrede en veiligheid zijn onbereikbaar, tenzij haar eenheid blijvend tot stand is gebracht." Een duurzame wereldgemeenschap kan alleen worden opgericht op basis van oprechte eenheid, harmonie en begrip tussen de verschillende volkeren en naties van de wereld.
Wij bevelen daarom aan dat het wereldburgerschap in elke school wordt onderwezen en dat de eenheid van de mensheid -het onderliggende principe van wereldburgerschap-voortdurend in elke natie wordt bevestigd.
Het concept van wereldburgerschap is niet nieuw voor de wereldgemeenschap. Het is zowel impliciet als nadrukkelijk terug te vinden in een grote hoeveelheid VN documenten, handvesten en overeenkomsten, waaronder de eerste woorden van het VN-handvest zelf: "Wij de volkeren van de Verenigde Naties ...". Het wordt al rondom de wereld in culturen uitgedragen door diverse NGO's, academici, bevolkingsgroepen, entertainers, onderwijsprogramma's, artiesten en de media. Deze inspanningen zijn aanmerkelijk maar moeten in grote mate toenemen. Een zorgvuldig gepland en georganiseerd plan voor de lange termijn, met als doel het bevorderen van wereldburgerschap, waarin alle sectoren van de samenleving -lokaal, nationaal en internationaal-betrokken zijn, is nodig. Het moet met al de kracht, morele moed en overtuiging die de VN, zijn lidstaten en alle bereidwillige partners kunnen opbrengen, worden nagestreefd.
Het Bevorderen van WereldburgerschapHet onderstaande voorstel voor een campagne om wereldburgerschap te bevorderen past naadloos in het raamwerk van het heroriënteren van onderwijs, publiek bewustzijn en het trainen naar duurzame ontwikkeling, zoals gepresenteerd in hoofdstuk 36 van Agenda 21.
OnderwijsOnderwijs - openbaar, bijzonder en informeel - is onmiskenbaar de meest effectieve manier om waarden, houdingen, gedrag en vaardigheden te vormen die de mensen van de wereld zullen uitrusten om in lijn met de lange termijn belangen van de planeet en de mensheid als geheel, te handelen. De VN, regeringen en onderwijsinstellingen zouden ernaar moeten streven om het principe van wereldburgerschap deel van het basis onderwijspakket van elk kind te maken.
De details van de onderwijsprogramma's en -activiteiten die dit beginsel opnemen, zullen in ruime mate variëren binnen en tussen de landen. Echter om wereldburgerschap als universeel beginsel te kunnen zien, moeten alle programma's bepaalde aspecten gemeen hebben. Gebaseerd op het beginsel van de eenheid van het menselijk ras, moeten zij tolerantie en broederschap cultiveren, waardering bevorderen voor de rijkdom en het belang van de diverse culturele, religieuze en sociale systemen van de wereld, en die tradities versterken die bijdragen aan een duurzame wereldbeschaving. Zij zouden het beginsel van "eenheid in verscheidenheid" als de sleutel tot kracht en rijkdom voor naties en voor de wereldgemeenschap moeten onderrichten. Zij zouden een ethiek van dienstbaarheid aan het algemeen belang moeten aankweken en een begrip van zowel de rechten als de verantwoordelijkheden van wereldburgerschap moeten overdragen. Deze programma's en activiteiten zouden moeten bouwen op de positieve inspanningen van het land en diens tastbare successen, inclusief modellen van eenheid van ras, religie, nationale en etnische eenheid, moeten benadrukken. Zij zouden het belang van de VN bij het promoten van wereldwijde samenwerking en begrip moeten bevorderen; zijn rechtstreekse betrekking tot de volkeren en landen van de wereld; en de rol die hij steeds meer moet aannemen in onze steeds kleiner wordende wereld.
Alvorens een campagne om wereldburgerschap te bevorderen te ondernemen, zal een gemeenschappelijk begrip van het concept ontwikkeld en overeengekomen moeten worden. De Commissie voor Duurzame Ontwikkeling zou een speciaal comité of werkgroep kunnen instellen om te starten met het ontwikkelen van richtlijnen voor wereldburgerschap en voorstellen voor het opnemen van dit beginsel in bestaande openbare en bijzondere onderwijsprogramma's. Of de Commissie zou hulp kunnen vragen aan de High Level Advisory Board on Sustainable Development of bij het Inter-Agency Committee on Sustainable Development. Het VN secretariaat zou zelfs kunnen kiezen voor het oprichten van een Wereldburgerschap Eenheid, vergelijkbaar met de voormalige Peace Studies Unit, om deze richtlijnen te ontwikkelen en de stelselmatige implementatie van wereldburgerschap-onderwijs te coördineren. Ongeacht welke van deze wegen men ook kiest, deze taak moet een hoge prioriteit gegeven worden.
Wereldburgerschap zou eenvoudig opgenomen kunnen worden in alle in hoofdstuk 36.5 van Agenda 21 voorgestelde activiteiten voor het heroriënteren van onderwijs in de richting van duurzame ontwikkeling. Een aantal voorbeelden ter illustratie:
* Nationale advieslichamen/ronde tafels (36.5.c) zouden het opnemen van wereldburgerschap in onderwijsprogramma's in het land vergemakkelijken.
* Trainingsprogramma's voorafgaand aan en tijdens het dienstverband voor alle leraren en onderwijzers, bestuurders, onderwijsplanners en leraren voor het bijzonder onderwijs (36.5.d) zouden het principe van wereldburgerschap in hun programma's moeten bevatten.
* Onderwijsmateriaal over duurzame ontwikkeling dat door de VN-instanties is samengesteld, evenals onderwijsmateriaal over de Verenigde Naties zelf, zou wereldburgerschap (36.5.g) moeten aanmoedigen.
* Agenda 21 roept op tot "de ontwikkeling van een internationaal netwerk" om de wereldwijde inspanningen om te onderwijzen naar een duurzame ontwikkeling te ondersteunen (36.5.k). Dit netwerk zou zowel de VN instellingen als de NGO-leden kunnen aanmoedigen om materialen die gebaseerd zijn op de richtlijnen voor wereldburgerschap te maken en de middelen leveren om deze materialen met elkaar te delen.
* Regeringen en onderwijsautoriteiten zijn al opgeroepen om de "stereotypering van de geslachten uit de onderwijsprogramma's te bannen" als middel om duurzame ontwikkeling te bevorderen (36.5.m). Wij zouden willen aanbevelen dat, in geest van wereldburgerschap, het stereotyperen op grond van religie, cultuur, ras, klasse, nationaliteit en etniciteit ook uitgebannen wordt.
Publiek BewustzijnMensen zouden zichzelf moeten zien als wereldburgers en hun persoonlijke verantwoordelijkheden om duurzame ontwikkeling te bevorderen begrijpen. Campagnes om het publiek bewustzijn van de uitdagingen van wereldburgerschap te vergroten, moeten gebruik maken van het volledige scala dat de media en de schone kunsten bieden, waaronder televisie, video, film, radio, elektronische netwerken, boeken, tijdschriften, posters, folders, theater en muziek. Deze campagnes zouden de advertentie- en amusementsindustrieën, de media -zowel de traditionele als niet-traditionele- het gehele VN-systeem, alle lidstaten, NGO's en populaire persoonlijkheden moeten mobiliseren. Zij zouden tot in de huizen, de werkplek, openbare gebieden en scholen moet reiken. De hierboven genoemde vereiste richtlijnen voor wereldburgerschap moeten geschikt zijn om in dergelijke campagnes voor het publieke bewustzijn gebruikt te worden en zouden als een naslagwerk moeten dienen voor alle media programmeringen.
Wereldburgerschap kan opgenomen worden in de activiteiten die in hoofdstuk 36.10 van Agenda 21 gepresenteerd zijn, om het publieke bewustzijn en gevoel voor duurzame ontwikkeling te vergroten. Onderstaande voorbeelden illustreren dit:
* Nationale en internationale adviesraden (36.10.a) zouden de diverse media kunnen aanmoedigen om de richtlijnen voor wereldburgerschap aan te nemen. De media hebben veel gedaan om het publiek bewustzijn voor wereldwijde onderlinge afhankelijkheid en de enorme uitdagingen die de wereldgemeenschap confronteren, te verhogen. Zij hebben ook de schijnbaar onoverkomelijke verschillen die ons verdelen benadrukt.
De media hebben een verantwoordelijkheid om de mensen te helpen begrijpen dat verscheidenheid geen bron van conflicten hoeft te zijn; maar dat verscheidenheid kan en moet dienen als een bron voor duurzame ontwikkeling. Zij kunnen dit doen door de nadruk te leggen op de opbouwende, verenigende en samenwerkende ondernemingen die het vermogen van de mensheid om samen te werken en de enorme uitdagingen die zijn aandacht eisen, het hoofd te bieden.
* In het bevorderen van "een coöperatieve verhouding met de media" (36.10.e), moet de VN zijn eigen identiteit en de belofte die hij voor de wereld betekend, krachtig profileren. De VN is op hoge idealen gevestigd, en met een visie van een vreedzame, voortschrijdende wereld. Door een raamwerk voor communicatie en samenwerking te leveren, en door talloze, opbouwende projecten te initiëren, heeft hij in belangrijke mate bij gedragen aan begrip, hoop en welwillendheid in de wereld. Desondanks zijn deze prestaties nagenoeg onbekend bij het merendeel van de mensheid.
De VN zou, gebruikmakend van het concept van wereldburgerschap als een verenigend thema, zijn idealen, activiteiten en doelen bekend moeten maken, zodat de mensen de unieke en vitale rol die de VN speelt in de wereld, en dus in hun eigen leven, gaan begrijpen. Op dezelfde manier, zou de VN het wereldburgerschap in al zijn openbare activiteiten, inclusief de vieringen van het 50 jarig bestaan van de VN en de rondleidingen in de VN-hoofdkantoren, moeten promoten. Elk VN-document dat handelt over duurzame ontwikkeling zou ook dit beginsel moeten bevatten -te beginnen bij de aanhef van het voorgestelde Wereldhandvest. Wereldburgerschap moet het meest belangrijke ethische referentiepunt worden in alle VN activiteiten.
* De diensten van de reclame-industrie (36.10.e) zouden ingeroepen moeten worden om wereldburgerschap te promoten. Er zouden campagnes georganiseerd kunnen worden rond thema's als:
Wij de Volkeren van de Verenigde Naties:* Er zouden wedstrijden gehouden moeten worden en prijzen worden uitgereikt voor het bevorderen van wereldburgerschap (36.10.e)
* Tegelijkertijd met het verhogen van het publieke bewustzijn "inzake de invloed van geweld in de samenleving" (36.10.l), kunnen de media betrokkenheid genereren bij wereldburgerschap door voorbeelden te benadrukken van constructieve, verenigende ondernemingen die de kracht van eenheid en van een gemeenschappelijke visie laten zien.
Elk land zou aangemoedigd moeten worden om middelen voor de bevordering van wereldburgerschap te reserveren. Ook zou aandacht gegeven moeten worden aan het opnemen van het bevorderen van dit beginsel in de voorgestelde "indicatoren van duurzame ontwikkeling" (40.6). Landen zouden bijvoorbeeld aangemoedigd kunnen worden om te rapporteren over hun pogingen om tolerantie en waardering voor andere culturen, gelijkwaardigheid van man en vrouw en het concept van een menselijke familie, door curricula, amusement en de media, te bevorderen.
De Uitdaging van WereldburgerschapTenslotte, wereldburgerschap is een begrip zo uitdagend en dynamisch als de mogelijkheden die de wereldgemeenschap confronteren. Wij, de volkeren en naties van de wereld, zouden er goed aan doen om de onderliggende beginselen moedig te omarmen en om er in alle aspecten van ons leven door geleid te worden -van onze persoonlijke en gemeenschaps betrekkingen tot onze nationale en internationale zaken; van onze scholen, werkplekken en media tot onze wettelijke, sociale en politieke instituten. Wij verzoeken derhalve de Commissie dringend om het gehele VN systeem aan te moedigen om deze beginselen van wereldburgerschap op te nemen in het gehele scala van zijn programma's en activiteiten.
De Internationale Bahá'í Gemeenschap, die sinds meer dan een eeuw wereldburgerschap aanmoedigt, is gaarne bereid om de Commissie, regeringen, NGO's en anderen te helpen om de concepten die dit document bevat verder te ontwikkelen; praktische modellen van raciale, religieuze, nationale en etnische eenheid voor een duurzame ontwikkeling ter beschikking te stellen; en deel te nemen aan beraadslagingen over dit cruciale thema. Als een wereldgemeenschap die de verscheidenheid van de mensheid omvat en die een gemeenschappelijke visie deelt, zal de internationale bahá'í-gemeenschap doorgaan met het bevorderen van duurzame ontwikkeling door mensen aan te moedigen zichzelf als burgers van een wereld en bouwers van een rechtvaardige en welvarende wereldbeschaving te zien.